woensdag 31 januari 2024

Gedichtendag memoriam

Ere de navyman-zaliger, captain on his schip sailed the open sea, 
verloren de ongelijke strijd tegen Dr Alzheimer ...





woensdag 20 oktober 2021

Voorbij de scheurrand van het erbarmen
ofte tegen het vergeten

Het begon met een schilderij van Bob Stevens. Een schilderij dat ik niet zomaar kon laten passeren zonder het de boodschap te geven die het mij vroeg. Aanvankelijk als, noem het, performance bedoeld is het project alsmaar gegroeid. Het werkstuk is uiteindelijk een boek geworden. U vindt er gedichten van mezelf in geïllustreerd met tekeningen van Bob, of omgekeerd. Wat de dichter vermocht te verwoorden, illustreert de tekenaar in zwart-wit: de mens ontdaan van alle franje maakt kleur overbodig en blijft de essentie. 

Het boek is geen zoektocht naar antwoorden geworden; het is ook niet zo bedoeld. Geen zoektocht naar begrip of verklaring, maar louter vaststellen. Het is als het ware een uitdrukking van zowel verwondering als ontsteltenis over die zwarte rand die toch aan de mens blijft kleven, dat haast ingebakkene. Dat de lont gauw brandt, het kruitvat niet veel nodig heeft. Dat de gruwel geen grenzen kent, hoe beschaafd 's mens ook weze.
Reeds in het jaar
1898 zegt uitvinder-visionair Nikola Tesla, in een van zijn filosofische overpeinzingen: “you may live to see man-made horrors beyond your comprehension”. 
“Voorbij de scheurrand van het erbarmen” raakt een selectie uit gebeurtenissen in de 20ste eeuw aan. Het is daarbij niet enkel een emo-wandeling door de meedogenloosheid. In dat licht is het voorliggend werkstuk evenzeer een zekere uitnodiging tot bezinning.

Commentaar van mijn eerste lezer: "Elke ochtend één gedicht lezen één tekening bekijken en het realiseren wat voor gruwel zich heeft voorgedaan kan je stimuleren om er bewust een mooie dag van te maken." Tegen het vergeten dus ...









 

maandag 25 januari 2021

Soms doet een kunstwerk vanuit zijn eigenheid appel op jou

https://www.robertstevensart.com/poeumlzie.html

https://www.christinevanhove.com/twins-en-het-gedicht.html

 

Op een dag word je koud gepakt. Daar is het schilderij. Het brandt op je netvlies, je bent ambetant met jezelf. Je voelt een boodschap, maar kan niet duiden wat het schilderij je wil zeggen. En je kruipt diep in je binnenste zelf. En het groeit, het woord dat -zoals de ruwe steen de beeldhouwer leidt naar het voorgevormde beeld- erin verborgen zit.

Tweeling geboren ben ik, met een levend en een dood kind. Het werd mij pas in mijn late dertig kundig gemaakt en wel bij verspreking. En zelf heb ik er verder nooit bij stilgestaan. Je leeft verder met het leven hoe het je gegeven is en je erin vergroeid bent.

Jedoch in het onderscheid des jaren begint een soort geestelijke onbehagen op je te wegen. Maar je bent noch steeds achteloos, je kent je eigen innerlijk, tenminste dat denk je. Tot het schilderij zich openbaart; het door het beeld woordelijk inzicht geeft. Mijn ongedurigheid, dat soms beklemmende gevoel, stoelt op het gemis van mijn verwante ziel, het dood spoor in mijn geest. Het woordgekraam dat eruit groeide is noch bevrijdend noch wat thans heet therapeutisch maar een loutere vaststelling. Het is de verwoording van een verlangen dat onvervuld is en altijd onvervuld zal blijven.






donderdag 16 juli 2020

't Hof te luste

Van 1 juli tot 25 oktober 2020, aansluitend op de tentoonstelling Roma Intima, over liefde en lust in het oude Rome, is er Roderick Intiema. Naast de wel twintig of meer kunstenaars die uitdrukking geven aan het thema oreert ook ondergetekende woordkramer (gevisualiseerd) iets over  "sex, drugs & rock 'n roll" in het 't Romeinse Lusthof.


donderdag 12 maart 2020

Old man blues ...

Je ranke vingers van een lichtheid gezalfd,  
een bemoediging gelijk, 
omkleden m'n met jaren gevlekte hand.

Lentefris je wang tegen me aan,
de groeven begraven,
lijdt het stoppelgeschuur.

't Zacht van je dij,
geschurkt tegen m'n knokige heup,
streelt het litteken.

Je wiem'len door 't weerbarstig haar,
bevangen van je geur
m'n neusvleugels trillen.

Bijwijlen je volle mond m'n gekorste lippen zoekt,
onder 't warm van je boezem
mijn lijf gloeit.

Als zag ik de zee nooit groener,
de lucht nooit blauwer,
nimmer voelde ik meer ik.

De helm van je aura beroerd, 
ik laat me varen.