dinsdag 4 juli 2017

Ode aan het Zeeheldenplein


Bloeddoorlopen, roodbetraand.
Spiegels van de schemerende zon
turend naar gindse horizon.
En ze wacht.

Fluisterzacht gekabbeld met de milde golven,
schreeuwgeroepen gebulderd met de aanrollende baren;
een lange aanroeping.
En ze wacht.

Op het ritme van de getijden
dagen de dagen.
En met de zilte lucht
ademt de zee
immer wederkerende leegte.
En ze wacht.

Getekend door de bloei in haar schoot,
aan de rand van het dode tij,
wacht ze.
Wacht ze op het schip,
't schip dat niet komt,
nimmer komt.

"Ergens nergens tussen eb en vloed" ; © Roel Ghysel