Het begon met een schilderij van Bob Stevens. Een schilderij dat ik niet zomaar kon laten passeren zonder het de boodschap te geven die het mij vroeg. Aanvankelijk als, noem het, performance bedoeld is het project alsmaar gegroeid. Het werkstuk is uiteindelijk een boek geworden. U vindt er gedichten van mezelf in geïllustreerd met tekeningen van Bob, of omgekeerd. Wat de dichter vermocht te verwoorden, illustreert de tekenaar in zwart-wit: de mens ontdaan van alle franje maakt kleur overbodig en blijft de essentie.
Het boek is geen
zoektocht naar antwoorden geworden; het is ook niet zo bedoeld. Geen zoektocht
naar begrip of verklaring, maar louter vaststellen. Het is als het ware een
uitdrukking van zowel verwondering als ontsteltenis over die zwarte rand die
toch aan de mens blijft kleven, dat haast ingebakkene. Dat de lont gauw brandt,
het kruitvat niet veel nodig heeft. Dat de gruwel geen grenzen kent, hoe
beschaafd 's mens ook weze.
Reeds in het jaar 1898 zegt uitvinder-visionair Nikola Tesla, in een van
zijn filosofische overpeinzingen: “you may live to see man-made horrors beyond
your comprehension”.
“Voorbij de
scheurrand van het erbarmen” raakt een selectie uit gebeurtenissen in de 20ste eeuw aan. Het is daarbij niet enkel een emo-wandeling door de
meedogenloosheid. In dat licht is het voorliggend werkstuk evenzeer een zekere uitnodiging
tot bezinning.
Commentaar van mijn eerste lezer: "Elke ochtend één gedicht lezen één tekening bekijken en het realiseren wat voor gruwel zich heeft voorgedaan kan je stimuleren om er bewust een mooie dag van te maken." Tegen het vergeten dus ...