Soms doet een kunstwerk vanuit zijn eigenheid appel op jou
https://www.robertstevensart.com/poeumlzie.html
https://www.christinevanhove.com/twins-en-het-gedicht.html
Op een dag word je
koud gepakt. Daar is het schilderij. Het brandt op je netvlies, je bent
ambetant met jezelf. Je voelt een boodschap, maar kan niet duiden wat het
schilderij je wil zeggen. En je kruipt diep in je binnenste zelf. En het
groeit, het woord dat -zoals de ruwe steen de beeldhouwer leidt naar het
voorgevormde beeld- erin verborgen zit.
Tweeling geboren ben ik, met een levend en een dood kind. Het werd mij pas in mijn late dertig kundig gemaakt en wel bij verspreking. En zelf heb ik er verder nooit bij stilgestaan. Je leeft verder met het leven hoe het je gegeven is en je erin vergroeid bent.
Jedoch in het onderscheid des jaren begint een soort geestelijke onbehagen op je te wegen. Maar je bent noch steeds achteloos, je kent je eigen innerlijk, tenminste dat denk je. Tot het schilderij zich openbaart; het door het beeld woordelijk inzicht geeft. Mijn ongedurigheid, dat soms beklemmende gevoel, stoelt op het gemis van mijn verwante ziel, het dood spoor in mijn geest. Het woordgekraam dat eruit groeide is noch bevrijdend noch wat thans heet therapeutisch maar een loutere vaststelling. Het is de verwoording van een verlangen dat onvervuld is en altijd onvervuld zal blijven.